Na de beschreven vondsten te Rijnsburg werd mij duidelijk dat van alle vondsten buiten Rijnsburg er één duidelijk uitsprong. Niet dat deze akte direct de herkomst van Samuel Jacobsen duidelijk maakt. Maar het bevat wel belangrijke verbanden die wijzen in de richting van zijn vermoedelijke vader. Eindelijk had ik een archiefstuk gevonden die heel goed paste betreft het patroniem, achternaam en de periode waarin we zochten.
Het archiefstuk is de Leidse notariële akte, een procuratie van d.d. 5 maart 1631 met vermelding van de naam: Jan Jacobsen BRUIJS, opgemaakt door notaris; Jacob Janszn de Haes.
In de akte staat dat hij in 1631 woonde te Lisse en afkomstig was van Harderwijk. De vermelding van de stad Harderwijk is van groot belang in ons onderzoek. Jan Jacobsen is de eerste in de archieven van Lisse die de achternaam Bruijs draagt. Harderwijk was toen een garnizoensstad met militairen van het Staatse leger.
Door deze vermelde feiten komt Jan Jacobsen Bruijs zeer in aanmerking om een (half)broer te zijn geweest van Samuel Jacobsen te Rijnsburg.
De inhoud van de akte gaat over een weddenschap van Fl. 5,-, die is afgesloten in oktober 1629 over het behoud van de stad Wesel (Wezel) aan Staatse zijde. De weddenschap is tussen twee heren, waarvan Jan Jacobsen Bruijs optrad als getuige van één van de heren.
De stad Wessel/Wesel ligt tegenwoordig in de deelstaat Nordrhein-Westfahlen, Duitsland. En aan Staatse zijde betekent dat de stad in handen was van het Staatse leger van de prins van Oranje (Prins Frederik Hendrik).
Notariële akte – Leiden 1631 – Jan Jacobsen Bruijs – Procuratie, inv.nr. 464 – blz.154,155,156.
Transcriptie van bovenstaande notariële akte:
Op huijden (heden) den vijfde Martij anno 1631, compareerden voor mij notaris ondergeschreven getuigen, Jan Jacobsen Bruijs jongeman van Harderwijck, woonende in de heerlickheijt van Lisse, de heere verclaerde te constitueren en machtig te maecken gelijke hij comparant constitueerd en machtig mitsdesen, Heijn Wissers, cleermaeker tot Lisse….
Laatste pagina van de notariële akte m.v.v. de eigen handtekening van Jan Jacobsen Bruijs
De akte uit 1631 is de oudste vermelding van Jan Jacobsen Bruijs waaruit blijkt dat hij toen nog niet gehuwd was en dat hij zelf de akte heeft ondertekend. Hij staat niet vermeld in het hoofdgeldregister van Lisse uit 1623. Zijn doop en huwelijk zijn niet bekend. Zijn huwelijk wordt geschat rond 1635 met Kniertge Lambrechtsdr. Tussen 1653 en 1657 is hij overleden volgens de hieronder vermelde bronnen.
Drie kinderen van dit echtpaar zijn bekend:
- Aeltgen Jansdr Bruijs, geboren rond 1635 en gehuwd in 1658 te Noordwijk met Pieter Wouters Guldemont.
- Dirck Janszn Bruijs, geboren rond 1640 te Lisse, gehuwd in 1663 te Sassenheim met Leentgen Arents van der Werff.
- Jannetjen Jansdr Bruijs/Pruijs, geboren in 1641 te Lisse, gehuwd in 1667 te Leiden met Hendrick Bruijnsz Persoon.
Zijn jongste dochter Jannetjen staat vermeld in het doopregister van Lisse:
Transcriptie: 21 April (1641)
Heeft Jan Jacobsz Bruijs ten Doop gepresenteerd sijn Dochtertje is benaemt geworden Jannetjen. Getuigen zijn geweest Jeremias Joosten en Maertjen Arisdr.
Ook de naam (van der) Pruijs komt voor in deze familie. Dit is een verbastering van de naam Bruijs.
Bronnen uit het rechterlijk archief van Lisse – Inv.nr. 8
Geschreven en samengesteld door Lisanne Imholz-Komijn. Copyright 2022/2023.