De autosomale DNA test van Nic Brussee in 2022 die gedaan is bij de organisatie van 23&Me, laat een heel duidelijke afkomst zien uit de Auvergne-Rhône-Alps en heeft betrekking op de voorvaderen Brussee. Meer informatie over dit onderwerp is te vinden in hoofdstuk 1.1 Autosomale DNA Brussee.
Onderzoek in het vroege 16e eeuwse archief van Edinburgh, Schotland heeft een Franse militair met de naam FRANCOIS BROSSES opgeleverd. De naam Brosses werd uitgesproken als BROSSÉ en werd ook geschreven als BROUSSÉ(S).
Het archiefstuk brengt tevens een interessant stuk geschiedenis aan het licht waarin duidelijk wordt, dat de Schotse Stuart dynastie aan het einde van de 15e eeuw en het begin van de 16e eeuw, huwelijken sloot met het grafelijke Huis van de Auvergne in Frankrijk. De reden hiervoor was om de politieke en militaire alliantie tussen Schotland en Frankrijk te versterken. Bovendien was er een familieband via de gravenfamilie de la Tour d’Auvergne met de belangrijke Italiaanse familie “De Medici”. Zij hadden kennis van de nieuwe Italiaanse militaire wetenschap (Leonardo da Vinci). Daarin waren de Schotse Stuarts zeer geïnteresseerd om zich goed te kunnen verdedigen tegen de Engelsen. De zonen van Franse edelen werden opgeleid in de nieuwe Italiaanse krijgskunst en vervolgens naar Schotland gestuurd om die kennis over te dragen. Één van deze militaire edelen was de Fransman ‘Francois Brosses’.
Schotse archiefstukken m.v.v. Francois BROSSES:
1: DE ROL VAN EDINBURGH CASTLE ALS GUN HOUSE – van: David H. Caldwell
vertaald citaat: “In een reeks vragen en antwoorden probeert dit rapport een overzicht te geven van de artillerie-inrichting, het arsenaal en het artilleriehuis gevestigd in Edinburgh Castle, met name in de late 15e en 16e eeuw. Het biedt gedetailleerde informatie over Mons Meg, de kanongravures in het poortgebouw van het kasteel, het gieten van kanonnen en het gebruik van kanonnen op schepen. Twee bijlagen bieden informatie over specificaties van kanonnen en een lijst van artilleriepersoneel.”
2: GUNS IN SCOTLAND:
Vertaald citaat:
“De productie en het gebruik van wapens en hun invloed op de oorlogsvoering van de veertiende eeuw tot circa 1625.
Thomas Cameron, ook wel bewaarder van de artillerie of munitie genoemd, nam tijdens zijn afwezigheid waarschijnlijk de financiële en administratieve functies van kapitein Bouskat over. Hij was een van de dienaren van Lord Sinclair geweest die in 1511 met de wapens in verband werd gebracht toen hem onkosten werden toegekend voor het transport van wapens, en in 1513 werkte hij in de kruitmolen in Edinburgh Castle. Er werd ook een artilleriemeester, of meer dan één, betaald. in de jaren 1517 tot 1523, maar de enige aanwijzing die bewaard is gebleven is een brief onder het geheime zegel ergens in 1521 aan een Fransman, Francois Brosses (de la Brosse?), waarin hij hem tot meester van de artillerie benoemde. Mogelijk heeft de penningmeester, John Campbell van Lundy, deze functie al vóór deze datum op zich genomen. Hij werd vóór de aanval op de Homes in 1517/18 door Arran verantwoordelijk gehouden omdat hij niet snel genoeg was bij het voorbereiden van de artillerie. Albany keerde in 1521 opnieuw kort terug om zijn pro-Franse beleid voort te zetten.
De Engelsen lanceerden echter in de zomer van 1523 grote invallen in Schotland en Albany, die naar Frankrijk was teruggekeerd om meer steun te zoeken, kwam op 20 september terug, te laat om Jedburgh te redden. Uit Frankrijk bracht hij een troepenmacht van huurlingen, paarden, artillerie en ander materieel mee, waarover op verschillende manieren wordt bericht. Op 27 september schreef Surrey, de Engelse commandant van de East Marches, aan Wolsey dat hem was meegedeeld dat hij 8.000 man en 600 paarden had meegebracht, waarvan er 200 gepantserd waren. Ongeveer een week later kreeg men een duidelijker rapport van de priorin van Coldstream, die met eigen ogen was komen kijken, dat er 4.000 voet en 4.000 paarden waren, onder de eerstgenoemden waren 1.000 culveriners, harquebusiers en kruisboogschutters,….”
De gehele tekst is te vinden in deze PDF link: 253253_vol1.pdf – Bron: The University of Edinburgh
De Schots / Franse militair JACQUES BROUSSÉ die in 1603 naar de Nederlanden kwam was een harquebusier te paard, ook genoemd een dragonder. De in dit archiefstuk vermelde artilleriemeester Francois Brosses leefde circa 80 jaar eerder. Of ze behoren tot dezelfde Franse familie wordt niet duidelijk in de archieven. De Franse herkomst uit de Auvergne die het Brussee DNA laat zien, past wel goed in deze Schotse geschiedenis.
En dat versterkt de hypothese dat de Frans/Schotse militair Jacques Broussé / Bruijs de vader is van de Brussee voorvader Samuel Jacobsen (alias: Crijchsman) te Rijnsburg. Zoals eerder beschreven is het aannemelijk dat Jacques een Fransman was uit de Auvergne, omdat deze herkomst nog te traceren is in het autosomale DNA van Nic Brussee.
John Stuart/ Stewart, hertog van Albany, Schotland
De genoemde ALBANY in bovenstaand archiefstuk blijkt JOHN STUART / STEWART te zijn, hertog van Albany. Hij leefde van 1482-1532. Was regent van Schotland tijdens de minderjarigheid van zijn neefje James V Stuart, die in 1513 op 1 jarige leeftijd zijn vader opvolgde als koning van Schotland. John Stuart was een zoon van Alexander Stuart en Anna de la Tour de Auvergne.
Hij huwde in 1505 met zijn nicht, die net als zijn moeder de naam draagt, Anne de La Tour d’Auvergne (1496–1524), soevereine gravin van Auvergne van 1501 tot 1524, en hertogin van Albany. Zij was de oudste van twee dochters geboren uit Jean III van la Tour d’Auvergne en Jeanne van Bourbon . John Stuart werd door zijn huwelijk de zwager van Lorenzo de Medici die huwde met Anna’s jongere zus Madeleine de La Tour d’Auvergne. Zij kregen dochter Catherine de’ Medici 1519-1589, gravin van de Auvergne en later koningin van Frankrijk. Bron: zie onderstaande afbeeldingen.
John Stuart, hertog van Albany en zijn bijdrage aan de militaire wetenschappen in Schotland en Italië
“Albany’s belangrijkste architectonische prestatie in Schotland was de vesting en uitbreiding van zijn hoofdverblijfplaats, Dunbar Castle, in de vorm van een groot artillerieblok: misschien wel de eerste dergelijke structuur die op de Britse eilanden is gebouwd. Het plan van de blokhut lijkt de basisvorm van een hedendaags Italiaans hoekbastion te volgen. De vesting verdiende in deze periode een formidabele reputatie, hedendaagse commentatoren die opmerkten dat het onneembaar was.” Bron: https://journals.socantscot.org/index.php/psas/article/view/10264
Het regentschap van John Stuart van Albany en de hulp van Walter Scott van Branxholme en Buccleuch
Albany arriveerde in mei 1514 met acht schepen en een troep Franse soldaten in Dumbarton Castle. Hij kwam op 26 mei Edinburgh binnen en in juli bevestigde het parlement zijn restauratie als hertog van Albany en zijn positie als regent. Albany’s nobele aanhangers waren van plan om met zijn komst een stabiele en goede regering te brengen, terwijl Frans I, koning van Frankrijk, Albany wilde gebruiken om de steun voor de Auld Alliance met Frankrijk te behouden. Het eerste jaar van zijn regentschap was een periode waarin een krachtige verdediging van zijn gezag essentieel was om te voorkomen dat de Schotse regering zou afbrokkelen in anarchie of onder Engelse controle.
In 1524 werd Albany door een staatsgreep uit zijn macht gezet terwijl hij in Frankrijk was. Margaret haalde haar 12-jarige zoon, koning James V , met de hulp van James Hamilton, 1e graaf van Arran en zijn volgelingen van Stirling naar Edinburgh.
Hendrik VIII stond de graaf van Angus (stiefvader van James V, (verbannen door Albany) toe om in 1524 terug te keren naar Schotland. Het Schotse parlement benoemde Angus vervolgens tot Lord of the Articles en tot lid van de regentenraad . Angus hield de jonge koning nauwlettend in de gaten en overschreed zijn grenzen door het ambt van Lord Chancellor op zich te nemen en zijn volgelingen bijna elke lucratieve post te geven die beschikbaar was in het koninklijk huis. James Stuart V voelde zich een gevangene van Angus.
Er werden verschillende pogingen gedaan om de jonge koning te bevrijden, waaronder Walter Scott van Branxholme en Buccleuch, edelman en Warden van de Schotse grens. Met deze functie droeg hij de verantwoordelijkheid over de veiligheid van de zuidelijke grens met Engeland. Zijn achterkleinzoon was Sir Walter Scott, 1e Lord Scott van Buccleuch , de “Bold Buccleuch” (1565–1611). Van 1604 tot aan de wapenstilstand van 1609 leidde Buccleuch een compagnie grenssoldaten in dienst van Maurits van Nassau, prins van Oranje tijdens de Nederlandse Opstand, waaronder ook de dragonder Jacques Broussé.
Link naar bron: https://en.wikipedia.org/wiki/James_V
Schenking in 1526 in de Auvergne door John Stuart van Albany aan Fr. DE BROUSSES
Vermelding in het archief Cantal in de Auvergne:
Commission du capitaine de la châtellenie (burggraafschap)) de Ruines donnée à Fr. de Brousses, écuyer (schildknaap), seigneur de Brousse et Marchal, par Jean, duc d’Albanies, gouverneur de la baronnie de Mercoeur – 15 décembre 1526.
Lieux (plaatsen):
Albanies (Menet, Cantal, France), Marchal (Champs-sur-Tarentaine-Marchal, Cantal, France), Mercoeur, baronnie de (Cantal, France), Brousse (Champs-sur-Tarentaine-Marchal, Cantal, France), Ruynes-en-Margeride (Cantal, France).
Bron: https://archives.cantal.fr/rechercher/rechercher-partout?detail=2541984
Dit is een zeer interessant Frans archiefstuk dat een verbinding legt tussen de hertog van Albany en de franse familie DE BROUSSES in de Cantal, Auvergne. De achternaam DE BROUSSES staat gelijk aan (DE) BROSSES.
Wordt vervolgt met meer informatie in een nieuw hoofdstuk.
Deze tekst is samengesteld en geschreven door Lisanne Imholz-Komijn in oktober 2024 – Copyright.